Middeleeuws orgel voor David Rumsey 2010
De toon omvang van het orgel is A tot c³. Dus 40 toetsen. De mensuratie van de pijpen voor dit orgel is gebaseerd op de pijpfactuur uit het traktaat van Arnaut van Zwolle. In eerste instantie wilde Rumsey dat we een gelijkblijvende diameter voor alle pijpen zouden gebruiken. Daar hadden wij toen geen ervaring meeen daarom hebben we hem ervan overtuigd om te beginnen met de factuur naar Arnaut, waar we wel ervaring mee hadden in de bouw van portatieven. Pas na enige jaren hebben we een extra set pijpen gemaakt, ter vervanging van het kwint register met een ‘Duiven-ei’ mensuur.
De kas is gemaakt van Libanon ceder. De manuaal toetsen zijn van hulst. Het orgel heeft ook een aangehangen pedaal. Dat is gemaakt met als voorbeeld het pedaalklavier dat in het Organeum in Weener (D) bewaard wordt. Dit klavier stamt uit Westerhusen.
De vorm van de kas is een vrije improvisatie op middeleeuwse voorbeelden.
De pijpen zijn van 95% lood met een toevoeging van een kleine hoeveelheid tin en koper gemaakt. Ze zijn op zand en op dikte gegoten en alleen gehamerd. In eerste instantie is ook gekozen voor een stemming die gebaseerd is op Arnaut van Zwolle; Pythagoreïsch met de wolf tussen fis-h. Later wilde David ook de oudere stemming met de wolf tussen es-gis gebruiken, daarvoor zijn voor elk octaaf drie extra pijpen gemaakt.
Er staan twee handbediende balgen achter het orgel. Deze worden door een calcant op de wind gelegd. Om ook alleen te kunnen repeteren is er ook een ventilator met een druk regulerende balg bijgemaakt.
De afmetingen van dit orgel is voor de kas 90 cm breed, 45 cm diep en 270 cm hoog. Voor het vervoer kunnen alle delen boven de windlade afgenomen worden. De grootste pijpen, de A en de B, staan afgevoerd aan de linkerzijde van het orgel. De balgen zijn ongeveer 80 cm lang en liggen op een balgstoel achter het orgel.
Na het overlijden van David Rumsey is het orgel overgenomen door een andere van oorsprong Australische organist die in Oostenrijk woont.