Krewerd | 2015
Prestant 8 oud pijpwerk
Holpijp 8 idem
Octaaf 4 idem
Quint 3 idem
Octaaf 2 idem
Sesquialter II reconstructie Albert de Graaf
Fluit 4 Freijtag
Schoonmaak van het fantastische orgel na herstel aardbevingsschade in de kerk.
Wij zijn erg gelukkig dat we dit bijzondere orgel in onderhoud hebben. Helaas heet dit orgel in de volksmond nog steeds ‘De Schreeuwerd van Krewerd’. Daar is niemand blij mee. Wij hebben initiatief genomen om een groep deskundigen bijeen te brengen, die zich met de huidige klank van dit orgel bezig gaat houden.
Albert de Graaf heeft dit orgel uiterst restrictief gerestaureerd. Het viel samen met een van de eerste kerkrestauraties van de Stichting Groninger kerken. Toen werden de beslissingen noch niet vanuit het nu aanwezige kennis en ervaringsniveau genomen. Zo is op aanwijzing van Cor Edskes het orgel iets naar voren op het oksaal geplaatst. Ook is zijn de plavuizen van de kerkvloer op een betonnen onderlaag geplaatst; ze liggen niet meer los in het zand. Ook het stucwerk van de muren is met modern materiaal hersteld. Na de restauratie wilde de toenmalige orgeladviseur Klaas Bolt eigenlijk zijn goedkeuring niet aan dit project geven omdat de akoestische verhoudingen essentieel veranderd waren in negatieve zin. Dat is zeker niet de schuld van Albert de Graaf; hij heeft alleen de pijpen, na de windlade restauratie herplaatst. Hij heeft de Gamba 8 disc van Freijtag afgenomen en in een kistje onder in het orgel opgeslagen en deze stem vervangen door een gereconstrueerde Sesquialter. Op de huidige plaats van de Fluit 4 stond oorspronkelijk een Mixtuur. Freijtag heeft de stok en het pijprooster gehandhaafd en slechts verboord om plek aan de Fluit te kunnen geven. Omdat deze Fluit goed aansluit bij het originele pijpwerk is deze gehandhaafd.
Op zoek naar de oorspronkelijke orgelklank van de Mariakerk te Krewerd
In de kerk van Krewerd, eigendom van Groninger Kerken, staat een heel bijzonder orgel. Dit instrument is één van de oudste nog bespeelbare orgels van ons land. Zelfs is het instrument van Europese betekenis. Dit relatief kleine orgel verkeert materieel nog voor een belangrijk deel in originele staat. Of de meeste pijpen werkelijk uit het jaar 1531 stammen is niet duidelijk; er zijn tot op heden geen bewijzen gevonden om het met zekerheid aan een bepaalde orgelmaker uit die tijd toe te schrijven. Het zou zelfs kunnen zijn dat het orgel deels nog een oudere oorsprong heeft.
Om hier onderzoek naar te doen, is een comité opgericht waarin een aantal betrokken deskundigen zich heeft verenigd. Tot nog toe is de informatie over dit instrument zeer versnipperd te vinden; om tot een goede inventarisatie te komen moet nog veel onderzocht worden. Het comité wil ook graag een nieuwe publicatie voorbereiden, waarin alles beschreven wordt wat over dit instrument en zijn context bekend is en welke wegen ingeslagen kunnen worden om het verder zo verantwoord mogelijk te beheren.
Het initiatief voor deze publicatie is ontstaan dankzij de promotie van de architect Wim S. Ros met het boek ‘Fundamentum Organisandi’. In het hoofdstuk over Krewerd toont hij aan dat dit orgel specifiek voor deze kerk ontworpen is; dus ook de klank moet op deze ruimte afgestemd zijn geweest. Lid van de promotiecommissie van Wim Ros was ook Ton Koopman. Hem is toen gevraagd of hij ook een rol zou willen spelen in de zoektocht naar mogelijkheden hoe de oorspronkelijke klank van het orgel, voor zover dat mogelijk is, weer in de Mariakerk terug te kunnen krijgen.
Het onderzoekscomité orgel Mariakerk Krewerd bestaat uit:
Jan Bril, akoestisch deskundige; Wim Diepenhorst, orgelspecialist van de Rijksdienst voor cultureel Erfgoed; Hans Fidom, hoogleraar orgelkunde in Amsterdam (VU); Koos van de Linde, orgeldeskundige en orgeladviseur bij veel middeleeuwse instrumenten; Konrad Küster, hoogleraar muziekwetenschap (Freiburg, BRD), die veel geschreven heeft over de historische muzikale en culturele samenhang in deze regio; Wim S. Ros, die een tijd geleden gepromoveerd is met zijn studie over het orgel in de 15de eeuw, architectuur en ontwerp. Hierin bestudeert hij het gehele ensemble, dus de verhoudingen tussen de ruimte en het instrument; Victor Timmer, orgelhistoricus (onderzoek van de orgelgeschiedenis); Peter Westerbrink, organist en mentor van het orgel namens Groninger Kerken; Groninger Kerken (eigenaar), vertegenwoordigd door bouwkundige Christiaan Velvis; leden van de plaatselijke commissie in Krewerd; Orgelmakerij van der Putten, vertegenwoordigd door Winold van der Putten.