Orgelbouwer Winold

Orgelmaker pur sang

Winold van der Putten is een van de twee oprichters en naamgever van Van der Putten orgelmakerij.
In zijn jonge jaren studeerde Winold theologie en kunstgeschiedenis. Deze studies konden hem echter niet voldoende boeien. Hij stopte en ging verder in het toneel. Via zijn vrouw, die klavecimbel studeerde, ontmoette hij klavecinist Jacques Ogg en de Groningse blokfluitist en portatiefspeler Jankees Braaksma.

Allemaal mensen die bezig waren met oude muziek en oude muziekinstrumenten. Zo leerde hij steeds meer mensen kennen die orgel studeerden. Dat fascineerde Winold en hij dacht er steeds vaker aan om zelf deze instrumenten te gaan bouwen.

Hij vroeg aan de gebroeders Reil in Heerde of hij bij hen het vak kon leren. En zo begon hij in 1978 als leerling orgelmaker in de werkplaats van orgelmakerij Gebr. Reil. Een leerschool waar Winold zich ontwikkelde tot allround orgelmaker. Hij werkte hier elf jaar voordat hij zijn eigen orgelmakerij begon in 1989, samen met muziekleraar Berend Veger.

Met een flink gevulde orderportefeuille gingen ze van start. Ze bouwden in de jaren daarna vele kistorgels maar ook portatieven en grotere orgels. In 1996 kwam Ingrid Noack-Kirschner de twee heren ondersteunen. In 1999 verliet Berend Veger het bedrijf, dat Winold van der Putten alleen verder voort zette.

Tot 2002. Na een ernstig ongeluk kon hij niet meer de dagelijkse leiding van het bedrijf dragen. Ingrid Noack-Kirschner nam dit van hem over. Sindsdien is Winold directeur af maar nog steeds zeer actief in het bedrijf.

Middeleeuwse muziek

Winold is geboeid door middeleeuwse orgelmuziek. Zijn kennis over de bouw van middeleeuwse orgels haalt hij uit allerlei oude teksten. Zoals bijvoorbeeld het traktaat van Arnout van Zwolle (1400 -1466). Maar ook een stuk uit de tiende eeuw De fistulis Organics (Over Orgelpijpen) van een anonieme auteur.

Samen met mensen als Jankees Braaksma puzzelt hij net zolang tot ze de juiste tonen kunnen produceren. Bestaande oude instrumenten bestudeert hij nauwgezet om de geheimen te kunnen ontfutselen van hun tonen en klank.

Een vakidioot kun je hem gerust noemen. Artistiek en gedreven. Iemand die nog wel even doorgaat: want er valt nog zoveel te ontdekken.