Orgelpositief als reconstructie van een Intarsia uit Italië.
Het gaat om een inlegwerk dat rond 1485 gemaakt is door een zeer kundige intarsist, namelijk Antonio Barili, (1453-1516). Hij heeft voor de Dom in Siena het volgende inlegwerk gemaakt: Tarsia con organo e figura in ascolto. Het werk bevindt zich nu in de kerk van San Quirico d’Orcia.
Een echtpaar dat zeer betrokken is bij muziek, vroeg ons om het orgel te maken, omdat wij op dit vlak een grote ervaring hebben. Zij wilden, dat dit instrument niet alleen zo historisch juist mogelijk bespeeld wordt, maar dat het hele reconstructie proces uiterst verantwoord plaats vindt. De zeer ervaren organiste Catalina Vicens, thans beheerder van deTagliavini Collection in Italie, gebruikt het orgel. De ervaren musicus Jankees Braaksma fungeerde bij dit project als adviseur.
Via een bevriende organist in Italië, Liuwe Tamminga, zijn we erachter gekomen dat deze afbeelding hoogst waarschijnlijk van een destijds reëel bestaand orgel is. Het zou om een orgel van Laurenzo da Prato gaan, dezelfde orgelmaker die ook het oudste orgel in Bologna gemaakt heeft.
Bij het kijken naar deze afbeelding valt op dat de grote uiterlijke vorm nog duidelijk gotisch is, maar de ornamentiek heeft al renaissancistische eigenschappen. Hierbij valt de marquetterie boven en onder het klavier en langs de pijpen op. Aan de korte zijkant zijn wapens aangebracht. Het bovenste is van Siena en de onderste van de toenmalige opdrachtgever.
Aan deze zijkant zijn ook 5 registersleepjes zichtbaar. Wanneer je deze een functie moet geven zijn wij met de volgende interpretatie gekomen. Aangezien de stok waar de pijpen opstaan niet al te dik kan zijn zullen de voorste en de achterste sleep samen de “Principale” laten klinken.
Tussen de grote pijpen van dit register staan duidelijk kleinere pijpen afgebeeld. In gotische traditie kan dit een samengesteld register betreffen dat uit octaven en quinten bestaat. Net iets als de huidige mixtuur, alleen komen er geen koren bij; zodra er meer ruimte op de stok beschikbaar komt omdat de diameters van de pijpen afnemen, komt er een verdubbeling van het aanwezige koor bij. Daardoor ontstaat bovenin een toename van de klankintensiteit, niet het volume.
f | 2 2/3 | 2 | |||
c” | 2 2/3 | 2 | 2 | ||
f” | 2 2/3 | 2 2/3 | 2 | 2 | |
c”’ | 2 2/3 | 2 2/3 | 4 | 4 |
De één na achterste sleep laat een register spreken dat een octaaf hoger dan de Principale klinkt; een Ottava. De middelste en bredere sleep is voor het Ripieno, dus de Positie (octaven en kwinten)
Voor de tweede sleep aan de voorkant hebben wij een heel eigen interpretatie. Wij hebben een zeer kortbekerig regaal gemaakt, dat onder de windlade hangt. Dit register kan gestemd worden door het schuine paneel boven het klavier uit te nemen.
Ook valt op dat bij dit klavier aan beide zijkanten een verhoogde toets is aangebracht. Dit past in de Italiaanse traditie om extra klankeffecten te kunnen maken. Het toetsje rechts dient voor de “Grilli”, twee heel hoge pijpjes die een krekel geluid imiteren. De rechter toets bedient de “Rossingole”, een nachtegaal: twee pijpjes die in een bakje water hangen en daardoor een tsjilpend geluid maken.
De toets omvang is vanaf fº, gº, aº, bº, hº, c¹, cis¹ en loopt chromatisch door naar f³.
De toonhoogte is 465Hz.
De stemming is middentoon.
De winddruk is 37mm wk.